Historiek

Geschiedenis gewasbehandeling

Context

Sinds de jaren '90 volgt en evalueert men nauwlettend het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen in de land- en tuinbouw. Overmatig gebruik van deze gewasbeschermingsmiddelen is niet alleen economisch onverantwoord, maar heeft ook schadelijke gevolgen voor het milieu en het imago van de landbouw. Overdosering kan leiden tot onaanvaardbare residuen op gewassen, milieuverontreiniging en zelfs resistentie bij ziekten en plagen tegen chemische bestrijdingsmiddelen.

Verantwoord gebruik van spuitapparatuur

Te hoge doseringen kunnen worden toegeschreven aan de landbouwer of de gebruikte spuitapparatuur. Als de landbouwer echter de aanbevolen doseringen (zoals aangegeven op het label en/of het productinformatieblad) opvolgt, is overdosering enkel te wijten aan een onnauwkeurige distributie van het bestrijdingsmiddel. Omdat landbouwers zelden dezelfde strook twee keer behandelen, blijft de spuitmachine zelf de enige overgebleven oorzaak van een ongelijk verdelingspatroon. Slecht afgestelde of gebrekkig onderhouden spuitmachines kunnen tot 400% van de gewenste dosering verspuiten, terwijl dit op andere plaatsen in het veld kan terugvallen tot slechts 20%.

In verschillende andere Europese landen, waar er een vrijwillige controle is van in gebruik zijnde spuittoestellen, hebben soortgelijke besluiten geleid tot vergelijkbare maatregelen. De onderhoudstoestand van het spuittoestel blijkt cruciaal te zijn. Helaas ontbreekt het niet alleen bij landbouwers, maar ook bij plaatselijke dealers en onderhoudstechnici voor landbouwmachines vaak aan voldoende technische expertise en ervaring om een spuittoestel correct af te stellen. Dit benadrukt het belang van brede bewustwording en initiatieven om de technische kennis binnen de sector te versterken.

Initiatieven van de overheid

West-Europese landen hebben diverse reacties vertoond op deze situatie. In België werden eind jaren '80 en begin jaren '90 drie belangrijke acties ondernomen. In eerste instantie organiseerde men regionale cursussen spuittechniek, inclusief onderhoud en afstelling van spuitmachines. Aangezien slechts 5% van de landbouwers actief deelnam aan deze cursussen, waren verdere acties noodzakelijk. Het toenmalige nationale Ministerie van Middenstand en Landbouw stelde een werkgroep samen met onderzoekers, technici, fabrikanten en landbouwers om een periodieke verplichte keuring voor in gebruik zijnde spuitmachines te ontwikkelen en een typereglement voor nieuwe spuitapparatuur op te stellen. De overheid beoogde hiermee:

  1. Aanzienlijke verbetering van de algemene toestand van de spuitmachines,
  2. Positieve beïnvloeding van het landbouwimago bij consumenten, en
  3. Beperking van de negatieve effecten van onjuiste bespuitingen.

Wettelijke basis

Keuring van in gebruik zijnde spuittoestellen

Met de Europese richtlijn voor duurzaam gebruik van pesticiden (2009/128/EG van 21 oktober 2009) werd spuittoestelkeuring verplicht voor alle Europese lidstaten. Bijlage II van deze kaderrichtlijn beschrijft in grote lijnen de keuringsmethode. Volgens de wet zouden alle Europese spuittoestellen op dit moment gekeurd moeten zijn (uiterste datum: 14 december 2016).

In België begon de verplichte keuring van spuittoestellen reeds in 1995. Alle in België gebruikte spuitapparatuur ondergaat een verplichte 3-jaarlijkse keuring, en de negende keuringscyclus startte op 1 januari 2020. Het huidige Belgische keuringsprotocol voldoet aan de voorwaarden gesteld in Bijlage II van de Europese kaderrichtlijn.

Nieuwe spuittoestellen

Begin 2001 werd de Europese Norm 12761 'Land- en bosbouwmachines - Spuiten en sproeiapparatuur voor vloeibare kunstmest - Milieubescherming' geregistreerd als Belgische Norm. Met de Europese richtlijn 2009/127/EC (21 oktober 2009), die de machinerichtlijn van 2006/42/EC (CE normering) aanvult, ontstond een wettelijk bindend kader voor nieuwe spuitmachines. Deze richtlijn beschrijft in grote lijnen de eisen waaraan nieuwe spuitmachines moeten voldoen om op de markt gebracht te worden. De norm EN12761 werd ondertussen herwerkt tot ISO16119 en geharmoniseerd, waardoor er nu een duidelijk kader bestaat voor nieuwe spuittoestellen.